1. Reünie (2:59)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Marcel Verreck, Paul Pleijsier
Kijk ons daar nou lopen
Voor de allerlaatste keer
We doen de schooldeur open
En de geuren van weleer
Die ooit binnen zijn gekropen
Die ruiken we nu weer
Straks gaan ze alles slopen
Ze halen alles neer
En we lachen bij het weerzien
In die baarmoeder van steen
We vertellen ons verhaal
Hoe het leven is gelopen
Want we zijn er allemaal,
We zijn er allemaal,
We zijn er allemaal
Behalve één
We zien de klassen en de gangen
Waar geheimen zijn bewaard
Vol onmacht en verlangen
Pijn die nooit echt is verjaard
En het schoolplein en de aula
En de peuken bij het hek
En die krullenbol, dat brilletje
Met een laken toegedekt
En we lachen wat om toen
In die moederschoot van steen
We vertellen ons verhaal
Hoe goed we het nu doen
Want we zijn er allemaal,
We zijn er allemaal,
We zijn er allemaal
En die onbereikbare meiden
Zijn op leeftijd en gescheiden
We hoeven niet meer ademloos te zwijgen
Nu zouden we ze makkelijk kunnen krijgen
We maken nog een ronde
Door dit bastion van dromen
Dan bevriezen onze monden
Als de beulen zijn gekomen
Hoeven we nooit meer naar de tweede
Naar dat raam met vergezicht
Nooit meer kijken naar beneden
We weten heus wel wie daar ligt
En we zwijgen en we staren
In dat kaartenhuis van steen
‘t Is een eeuwenoud verhaal:
Reünie en straks ruïne
Maar we zijn er allemaal
We zijn er allemaal (6x)
Behalve één
Marcel: bovenstem; Paul: onderstem, extra vocalen
Paul: staalsnarige gitaren
Boele: basgitaar, drums
2. Ik ga steeds vaker naar de kerk (2:56)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Paul Pleijsier
Ik ga steeds vaker
Vaker, vaker, vaker
Ik ga steeds vaker
Vaker, vaker, vaker
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Men weet die ruimte mooi te vullen
Je koopt er kleding of huishoudelijke spullen
En grasmaaiers, geschikt voor ieder perk
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Zo was ik laatst te gast bij mijn oom Frits
Die woont nu in een oude torenspits
Een luxe penthouse met fraai uitzicht op het zwerk
Ja, wat ik tegenwoordig merk
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Waar ooit de preek klonk met af en toe een hostie
Zijn nu debatten met kruidenthee en tosti
En gaat het soms zelfs ook over Gods werk
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Naar housemuziek, compleet met drank en pillen
Er is een biechthok om je lusten in te stillen
Je kan wild dansen met een fladderende vlerk
Ja, wat ik tegenwoordig merk
Ik ga steeds vaker naar de kerk
De spitsen overschaduwd
Door de torens van het geld
Ook worden er veel kerken
Door de slopersbal geveld
Een kerk die nog een kerk kan zijn
Compleet met kerkmuziek
Waarin nog wordt geloofd
Is onderhand uniek
Misschien kan ik op zondag
Als ik vroeg ben opgestaan
Weer net als toen ik jong was
Naar zo’n oude kerk-kerk gaan
Maar vaak ben ik te brak dan
Van het zaterdagse feest
En denk ik: ik ben gisteren
Al naar de kerk geweest!
Ik ga steeds vaker
Vaker, vaker, vaker
Ik ga steeds vaker,
Vaker, vaker, vaker
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Ik ga steeds vaker
Vaker, vaker, vaker
Ik ga steeds vaker
Vaker, vaker, vaker
Ik ga steeds vaker,
Vaker, vaker, vaker
Ik ga steeds vaker naar de kerk
Marcel en Paul: leadzang
Paul: elektrische gitaren, staalsnarige gitaren,
high string-gitaar, overige vocalen
Boele: basgitaar, drums, beatring
3. Op de fiets (3:21)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Paul Pleijsier
Het zadel voelt wat smal nu
En de racebroek zit te krap
Mijn behaarde, bleke benen
Zijn geheel gevuld met pap
Maar wanneer ik even doortrap
Zal het sneller beter gaan
Je weet, blind optimisme
Is de grond van ons bestaan
Op de fiets, op de fiets
Onderweg van iets naar iets
En ik rij mijn eigen koers
Ja, wees op mij nou maar jaloers
Want ik fiets ja ik fiets
En verder hoef ik niets
Ik trap en zwoeg en puf en bries en zweet
En wanneer ik wil kies ik mijn eigen meet
Ik begin met windje tegen
Want dan raak je opgewarmd
En ik kies de stille wegen
Die door struiken zijn omarmd
Kom ik straks bij Hoek van Holland
Draai ik om, terug langs de zee
Ben ik net een echte renner
Dertig plus met windje mee
Op de fiets, op de fiets
Onderweg van iets naar iets
En ik rij mijn eigen koers
Ja, wees op mij nou maar jaloers
Want ik fiets, ja ik fiets
En verder hoef ik niets
Ik trap en zwoeg en puf en bries en zweet
En wanneer ik wil kies ik mijn eigen meet
Dan wordt een duintop eventjes
Een zware col
Bidon is leeg
En mijn benen lopen vol
Zoals het leven
Een parcours dat verder welft
Als dit een wedstrijd is
Dan enkel met mezelf
En wanneer ik nat en uitgepierd
Mijn eigen straat inrijd
Trek ik nog een laatste sprintje
En ik controleer mijn tijd
‘k Sta weerspiegeld in een ruit
Ach, zo heeft God het niet bedoeld
Maar al zie ik er niet uit
‘k Heb me nooit zo goed gevoeld
Op de fiets, op de fiets
Onderweg van iets naar iets
En ik rij mijn eigen koers
Ja, wees op mij nou maar jaloers
Want ik fiets, ja ik fiets
En verder hoef ik niets
Ik trap en zwoeg en puf en bries en zweet
Terwijl ‘k mijn bloedeloze lid tot leven kneed
Denk ik: ik ben een man van staal …
Met een houten reet!
Marcel: leadzang; Paul: tweede stem en overige vocalen
Paul: staalsnarige gitaren, ukulele
Boele: basgitaar, drums, eitje, beatring
4. Jonge vaders (2:44)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Paul Pleijsier
Ja ja, dat krijg je wanneer je zo vitaal bent
Vol levenslust en goed geconserveerd
Een charmante en betrouwbare totaalvent
Die zorgzaam is en grappig converseert
Dan worden alle andere mannen tamme oudjes
Waaraan je ziet dat ze al vijftig zijn geweest
Maar wij doen het nog steeds heel goed bij de vrouwtjes
En het leven is voor ons een heerlijk feest
En zo worden wij voortdurend teer bemind
Want wie kunnen er nu toch vertrouwder zijn?
Daarom smeken onze vrouwen: ‘Nóg een kind!’
Jonge vaders, die net iets ouder zijn
Nou, zo’n verzoek, dat kan je nauwelijks weigeren
Wij vervullen met veel geestdrift deze wens
Zonder problemen laten wij hem nog eens steigeren
En de liefde wordt bekroond met een nieuw mens
Hij heeft er één van één, de mijne is nu twee jaar
Geweldig dat nieuw leven, dag en nacht
Met veel pap en poep en pies en prak en hee daar!
En slaap ... ach, als die kleine schat maar lacht
Daarom worden wij voortdurend teer bemind
Want er komt nooit echt een eind aan ons latijn
Stoer en teder troosten wij ons walmend kind
Jonge vaders, die net iets ouder zijn
Tillen wagens door het trapgat
Hebben kleintjes op de arm
Ach, kindje, ben je nu je pap zat?
Imiteer je een alarm?
Ja natuurlijk haal ik doekjes, schat
Ik poets de poep van het behang
Want als vader,
jonge vader,
jonge vader...
Heb je levenslang
Wat een geluk dat je zo’n sterk en vrolijk mens bent
Want dan voelt het allemaal niet als een plicht
Omdat de liefde voor je kind vanzelf geen grens kent
En je om half negen in je bedje ligt
Ja, zo trekken wij blijmoedig door het leven
Dat veelzijdig is en spannend en zo vol
Ze moeten pillen, drank, massages aan ons geven
Nee het vaderschap, dat is pas rock and roll!
En onze vrouwen zitten vrolijk aan de wijn
Ja, jonge vaders,
jonge vaders,
jonge vaders
Gaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaaap
Die net iets ouder zijn
Paul en Marcel: leadzang
Paul: nylonsnarige gitaar, elektrische gitaar, high string-gitaar, baritonbasgitaar
Boele: drums, plukbas (Logic)
5. Januari (3:13)
Tekst: Marcel Verreck, Paul Pleijsier, Esther van Gorp
Muziek: Paul Pleijsier, Marcel Verreck
De kruitdamp hing nog in de lucht
Geen vogel durfde nog te piepen
December ging met veel gerucht
‘t Was januari, in principe
Zelden was de wereld leger
Slechts pijl en pulp op het trottoir,
Wachtend op een vroege veger
En de start van het nieuwe jaar
Ik vond een vijver, onbevroren
Daar kroop het daglicht uit zijn schulp
Om het stilleven te verstoren
Geluidloos schreeuwde ik om hulp
Want dat de wereld weer zou draaien
En reizen zou van knal naar knal
Dat het vuur weer op zou laaien
Dat wist ik toen natuurlijk al
Toch heb ik aan die waterkant
Mijn angst met dromen overwonnen
Ik was even in het niemandsland
Van echt voorbij en niet begonnen
Echt voorbij
En niet begonnen
Echt voorbij
En niet begonnen
Ik herinner me dat beeld
Waarin het leven was gestold
Gevangen, ademloos, verstild
De bol even was uitgerold
Maar dat de wereld weer zou draaien
En reizen zou van knal naar knal
Dat het vuur weer op zou laaien
Dat wist ik toen natuurlijk al
Echt voorbij
En niet begonnen
Echt voorbij
(herhaal 3 keer)
Paul: leadzang; Marcel: tweede stem
Paul: staalsnarige gitaar
Boele: synthesizer
6. Het Laatste Lied (2:59)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Marcel Verreck & Paul Pleijsier
Hij speelde nauwelijks een akkoord
Maar had Bob Dylan vaak gehoord
En zijn moeder dacht: Waarom gaf ik die gitaar?
En na een maand kon ‘ie hem stemmen
En hij was niet meer te remmen
En zijn moeder vroeg: ‘Waaróm speel jij gitaar?’
Het antwoord was Blazen In De Wind
En er stond een Huis In New Orleans
En hoewel zijn Bonnie steeds Over Zee was
Vond ‘ie dat dat echt geen cliché was
En hij kon geen meter zingen
Hij moest het echt zijn strot uit wringen
En zijn moeder zei: ‘Speel dan alleen gitaar’
En hij rukte aan de snaren
En z’n vingers werden blaren
En z’n moeder zei: ‘Zing er dan maar doorheen’
Hij legde Bruggen Over Onrustig Water
In het Jaar van de gecastreerde Kater
Hij zong van Help en Laat Het Zijn
Tot aan het allerlaatst refrein
Er was een kampvuur werd verteld
Nou dan kwam ‘ie aangesneld
En ze zeiden: ‘Speel eens iets op je gitaar’
En daar klonk een kreet des doods
Want hij speelde Sjimmie Kroots
En ze zeiden: ‘Geef maar hier joh, die gitaar’
The Pointer Sisters sisten: ‘Vuur!’
En rond het middernachtelijk uur
Klonk tot hun lol en zijn verdriet
Uit zijn gitaar het laatste lied
‘t Kwam niet door zijn vervaarlijk rammen
Dat de gitaar voor het laatst kon vlammen
Het was precies een oude plaat
Getik, geknetter, heel bedeesd
Maar volgens ingewijden was
Het geluid nog nooit zo mooi geweest
Marcel: leadzang; Paul: koortjes
Paul: staalsnarige gitaar, elektrische gitaren
Boele: basgitaar, drums, shaker
7. Het leven is een wonder (2:57)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Marcel Verreck, Paul Pleijsier
Toen mijn jongen werd geboren
Kwam er een einde aan mijn reis
Mijn onrust heb ik toen verloren
Omdat ik ouder werd en wijs
Mijn leven was vaak heel bijzonder
Mijn leven was vaak heel gewoon
Maar mijn leven is een wonder
En dat leer ik van mijn zoon
Leven is een wonder
Alles is bijzonder
Alles is bijzonder
En alles is gewoon
Leven is een wonder
Alles is bijzonder
Ik ben het huis
Waarin ik woon
Ik ben de man die steeds zal zwerven
Zich onder wonderen bedelft
Zelfs als ik sterf zal ik niet sterven
Ik ben geankerd aan mezelf
Dat heeft mijn kind aan mij gegeven
Zo werd mijn worsteling voltooid
Dit is de toegift van mijn leven
En die is ontzettend mooi
Leven is een wonder
Alles is bijzonder
Alles is bijzonder
En alles is gewoon
Leven is een wonder
Alles is bijzonder
Ik ben het huis
Waarin ik woon
En ik woon daar ongelofelijk mooi
Leven is een wonder
Alles is bijzonder
Alles is bijzonder
En alles is gewoon
Leven is een wonder
Alles is bijzonder
Ik ben het huis
Waarin ik woon
Ik ben het huis
Ik ben het huis
Ik ben het huis
Waarin ik woon
Marcel: leadzang; Paul: zang, koortjes
Paul: nylonsnarige gitaar, ukulele, high-string
Boele: plectrumbas, drums, beatring, zandzak, shaker, schraper, glockenspiel, crotalis, xylofoon
8. Blijf toch thuis (0:58)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: traditioneel/arr. Paul Pleijsier
Blijf toch thuis
Ga niet weg
Je wordt beroofd
Krijgt autopech
Het buitenland
Is vol gevaar
Het eten vies
De mensen naar
Je hebt er geen
ANWB
Je wordt genaaid
Krijgt diarree
Dus blijf toch thuis
Vermijd verdriet
Dan zien wij jou
Daar lekker niet
Dan zien wij jou
Daar lekker niet
Marcel: leadzang; Paul: tweede stem
Paul: staalsnarige gitaar, ukulele
Boele: platenspeler
9. Hier is het fijn (2:19)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Marcel Verreck, Paul Pleijsier
Het is een dag waarop het eigenlijk nooit echt licht wordt
Alleen al opstaan doet je pijn
Het is een dag die door de drank nog wat verlicht wordt
Als het toch zo’n zonder zondag moet zijn
Kom dan maar hier
Want hier is het fijn
En buiten zwiepen kale takken in de regen
Weg zijn de kleuren van de herfst
Ach, kwam je eindelijk eens wat zielsverwanten tegen
Want alles is nu zo op zijn sterfst
Kom dan maar hier
Want hier is het fijn
Hier is het fijn, hier is het warm op zondagmiddag
Kom dan maar hier, dit is een hele goeie tent
Er klinkt muziek in deze speeltuin met vergunning
Waar je door iedereen onmiddellijk wordt herkend
Dat is het mooie van zo’n kroeg op zondagmiddag
Al kom je in je eentje, toch ben je bijeen
Zodat je maandag zegt: ja, deze zondagmiddag
Sleurt mij die hele winterweek er weer doorheen
Dat is het mooie van zo’n kroeg op zondagmiddag
Je mag er wezen ook al neem je er maar één
Zodat je maandag zegt: ja, deze zondagmiddag
Sleurt mij die hele winterweek er weer doorheen (7x)
(Hier is ’t fijn…)
Marcel en Paul: leadzang
Paul: nylonsnarige elektrische gitaar, archtop gitaar, extra vocalen
Boele: elektrische piano, bas, zandzakje, drums
10. Ayrton (4:38)
(instrumentaal)
Muziek: Paul Pleijsier
Paul: nylonsnarige elektrische gitaar
Bladmuziek (met noten en TAB) verkrijgbaar via verreck-pleijsier.nl en paulpleijsier.nl
11. Sonja van Driel (4:26)
Tom T. Hall, Pamela Brown
Vertaling, bewerking: Paul Pleijsier
Deze jongen trouwde niet met.. mooie Sonja van Driel
Ik was hopeloos verliefd, totdat het kwartje viel
Wat zou van mij geworden zijn als zij me had zien staan?
Dan had ik nu vast een degelijke baan
Het is allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Ik ben vrij om te reizen, ik volg mijn zwerversziel
Kijk maar naar de foto’s op mijn Facebookprofiel
Het is allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Ik zag de grote steden en ook het platteland
Vreemden werden vrienden, ik liep vaak hand in hand
De man met wie ze trouwde was de bron van mijn geluk
Hij had een grote zwarte pick-up truck
Het is allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Zij d’r huisje, d’r boompje, d’r beestje, maar ik, ik ben mobiel
Vrij om te gaan, ik volg mijn zwerversziel
Allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Ik hoef je niet te zeggen hoe mooi of dat ze was
Ik had haar zo graag uitgekleed, maar kwam niet verder dan haar jas
Ik hoop dat ze gelukkig is want dat heeft ze wel verdiend
In mij heeft ze haar allertrouwste vriend
Het is allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Ik ben overal geweest, en overal was het feest
Van Louisville tot Estoril tot Tsjernobyl
Allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
[here endeth Tom T. Hall's Pamela Brown]
We zijn nu jaren verder, ik heb een supervrouw
En een zootje koters van wie ik zielsveel hou
Mijn leven wordt bepaald door het huishoudelijk reglement
Alsof ik nooit een Sonja heb gekend
Het is allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Dat, als ik de vuilnis buiten zet, want ja, dat is de deal
Het soms nog even kriebelt in mijn oude zwerversziel
Het is allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Het is allemaal dankzij haar, Sonja van Driel
Dat ik trots de afwas doe en boen als een debiel
Vroeger dacht dat zo’n leven tegenviel
Maar niets minder waar
Allemaal dankzij haar,
Allemaal dankzij haar,
Sonja van Driel
Paul: leadzang en overige vocalen
Paul: nylonsnarige gitaar, high string-gitaar, ukulele,
elektrische gitaar
Boele: plectrumbas, drums, shaker, glockenspiel
12. Mijn vader is een doos (2:56)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Paul Pleijsier
Wanneer je, zoals ik, verhuist
Dan mag je niet verzuimen
Om wat je leven heeft doorkruist
Eens grondig op te ruimen
De spullen van mijn vader
Ik mis hem al een poos
Bekijk ik nu eens nader
Ze passen in een doos
Mijn vader is een doos
Met brieven, foto’s, brillen
Ik zou wel anders willen..
Mijn vader is een doos
Eerst was mijn vader nog een kast
Met boeken op de planken
Waarbij ‘k als verse wees gepast
In stilte zat te janken
De boeken gingen her en der
Verdwenen als cadeaus
En langzaamaan paste mijn vader
Volkomen in een doos
Mijn vader is een doos
Met knipsels en zijn rijbewijs
Al jarenlang zo stil op reis
Mijn vader is een doos
Ik heb goddank mijn hersens nog
Mijn eigen harde schijf
Die crasht nog niet, maar toch
Hoe lang volhardt het lijf?
Mijn vader is een doos misschien
Maar in mijn hoofd leeft hij gewoon
Zo wou ik hem graag laten zien
Aan mijn pasgeboren zoon
Maar mijn vader is een doos
Met brieven, foto’s, brillen
Ik zou wel anders willen..
Mijn vader is een doos
Wacht, ik zal ‘m even halen
Mijn vader is een doos
Vol prachtige verhalen
Paul en Marcel: leadzang; koortje
Paul: staalsnarige gitaar, high-string gitaar
Boele: bas, drums, zandzak
13. Straatwijsje (2:06)
Tekst: Marcel Verreck
Muziek: Paul Pleijsier
Je hebt er straten, pleinen, wegen
Maar ook raden, gaarden, horsten,
Parken, lanen en het hof
Van de Oranjevorsten
Hoor ik al die Haagse klanken
Het geluid van wind en zee
Dan moet ik bijna janken
Zing dit Straatwijsje maar mee
Ik ken wel duizend Haagse straten
Het ruisen van de zee
Als ik Den Haag ooit moet verlaten
Reist die stad toch met me mee
Ik sta vaak op het duin te kijken
Vol blijdschap naar omlaag
Sta me eigen te verrijken
Wat is er mooier dan Den Haag!
Groot Hertoginnelaan, Paul Krugerplein,
De Boulevard, de Leyweg
Papaverhof, ‘t Voorhout,
Waar de Kazernestraat dichtbij leg
Pomonaplein en Schuddegeest
De Poten, alle twee
Oranjeplein, Doubletstraat
Zing dit Straatwijsje maar mee
Ik ken wel duizend Haagse straten
Het ruisen van de zee
Als ik Den Haag ooit moet verlaten
Reist de stad toch met me mee
Ik sta vaak op het duin te kijken
Vol blijdschap naar omlaag
Sta me eigen te verrijken
Wat is er mooier dan Den Haag!
Wat is er mooier dan Den Haag!
Wat is er mooier dan Den Haag!
Marcel en Paul: leadzang
Paul: nylonsnarige gitaar, staalsnarige gitaar, ukulele, elektrische gitaren, basstem, beach-vocalen
Boele: elektrische piano, basgitaar, brushes
Marcel en Paul: mompelstemmen
Scheveningen: geluiden
14. De adem van mijn zoon (1:50)
Tekst en muziek: Marcel Verreck
Da da da
Da da da da
Da da da
Da da da da
‘t Is niet verstandig
Maar ik kan me niet bedwingen
Hij ligt te slapen
Maar ik wil toch voor hem zingen
Ik zie hem liggen
En dan smoort mijn eerste toon
Want wat is mooier
Dan de adem van je zoon
Da da da
Da da da da
Da da da
Da da da da
‘t Is haast onmogelijk
Om z’n krullen niet te strelen
Ik zie een handje
Dat uitrust van het spelen
Alweer iets groter
Zo vreemd en zo gewoon
En in die stilte
Klinkt de adem van mijn zoon
Da da da
Da da da da
Da da da
Da da da da
Ja, ik weet niet
Waar het leven ons zal leiden
Ik weet wel iets
Maar daaraan denk ik liever niet
Nu zijn we samen
En dan verdwijnen alle tijden
Ik hoor zijn adem
Dat is het allermooiste lied
Ik hoor zijn adem
Dat is het allermooiste lied
Ik hoor zijn adem
Dat is het allermooiste lied
Da da da da da da da.
Marcel: leadzang; Paul: tweede stem, koortje
Paul: staalsnarige gitaar
Boele: elektrische piano, akoestische piano, synthesizer